In veel lijstjes waarin wordt opgesomd welke zaken belangrijk zijn voor je gezondheid, vinden we beweging en gezonde voeding, maar ontbreekt slapen. Chris Winter is neuroloog, gespecialiseerd in slaapgeneeskunde. Hij begint zijn boek Waarom je niet slaapt en hoe het op te lossen met een opsomming om duidelijk te maken dat slapen echt thuishoort in dit rijtje. Hij stelt: ”Er is bijna geen ziekte die niet in verband is te brengen met slecht slapen, bijna geen orgaan dat er niet door wordt beïnvloed.” (p.15)
Hieronder staan de belangrijkste aandoeningen die op basis van onderzoek in verband worden gebracht met niet goed en/of te weinig slapen.
De hersenen:
Parkinson, andere neurodegeneratieve aandoeningen en geheugenproblemen kunnen deels veroorzaakt worden door een verstoord slaappatroon. Het lymfatische systeem, dat afvalstoffen van de hersenen afvoert, is 60% productiever als we slapen. Het slechter/niet functioneren van dit systeem zou een rol kunnen spelen bij Alzheimer.
Obesitas:
Minder dan zes uur slaap en opblijven tot na middernacht stimuleert (waarschijnlijk) obesitas. Schoolkinderen die minder dan 9 uur per nacht slapen, hebben meer kans op overgewicht. Wanneer de slaapduur afneemt, neemt de productie van ghrelin (het ‘hongerhormoon’) toe. Om het gedaalde energieniveau door slecht slapen te compenseren gaan we meer eten. Bovendien is onze impulscontrole minder.
Hart en bloeddruk:
Slecht slapen leidt tot een verhoogde kans op hartklachten. Dit gebeurt niet alleen bij slaapapneu, maar misschien ook bij boezemfibrilleren.
Stemming:
Slaaptekort kan leiden tot een verslechterde stemming en zelfs depressie. Datzelfde geldt voor een verstoord circadiaan ritme. Vaak wakker worden kan ook leiden tot stemmingsstoornissen. Depressie komt veel voor onder mensen met obstructieve slaapapneu. Bipolaire patiënten hebben vaak moeite met slapen.
Kanker:
Dit verband wordt steeds duidelijker uit onderzoeken, vooral bij borstkanker (en onregelmatige werkdiensten). Het immuunsysteem wordt ook aangetast door onregelmatige diensten.
Immuunsysteem:
Minder slaap leidt tot een grotere vatbaarheid voor virussen. Een verstoord slaappatroon is een risicofactor in het ontwikkelen van auto-immuunsysteem stoornissen.
In de rest van zijn boek legt Winter uit wat goed slapen is, het verschil tussen vermoeidheid en slaperigheid, waardoor je zelf niet goed kunt beoordelen hoe goed je slaap is (“Nachtenlang niet slapen kan niet, dan ga je dood”) en op welke manieren je zelf je dit kunt verbeteren. Slaaphygiëne, slaappillen, wel of geen dutje, vaste slaaptijden, hoe lang, snurken/apneu, het wordt allemaal besproken.
Een heel informatief boek, dat ook heel leesbaar is geschreven. Winter schrijft in een eigen stijl, waarbij hij geregeld de lezer toespreekt en grapjes maakt die wellicht niet iedereen aanspreken. Maar het maakt wel dat de toon luchtig is, wat altijd fijn is bij teksten over gezondheid en ziekte.
Recensie: Klaartje Duijm en Marie van der Linden